Art & Culture

DIVERSITY WASHING, is diversiteit in de mode meer dan een kwestie van quota?

Vandaag lijkt diversiteit te betekenen dat er op de catwalk of in reclamecampagnes hoofdzakelijk witte, slanke, jonge ... modellen worden getoond, vergezeld van een handvol modellen uit minderheidsgroepen. Is de mode meer bezig met wat mensen zullen zeggen dan met echte inclusiviteit en de representatie van vrouwen in al hun diversiteit? Daar lijkt het wel op.
person human

Begin december 2021 creëerde het Amerikaanse streamingplatform HBO heel wat buzz voor de eerste aflevering van And Just Like That, de langverwachte reboot van de serie Sex and the City. De serie zou hedendaagser en inclusiever zijn, terwijl de originele show zich richtte op vier bevoorrechte blanke middle class-vrouwen. Maar zoals zo vaak het geval is, trapt de show in alle valstrikken die het juist wilde vermijden. In And Just Like That komen deze keer wel niet-binaire, zwarte, lesbische en Indiase personages voor, maar de miniserie beperkt zich tot het aanvinken van de diversiteitsvakjes, zonder verdere reflectie. Erger nog, de behandeling van bepaalde onderwerpen is ronduit clichématig. Uiteindelijk lijkt het programma zich meer te willen verontschuldigen voor de misstappen van Sex and the City dan zich zinvol met het heden bezig te houden. In de reeks reboots van de jaren 2000 waarbij de showrunners het gebrek aan inclusiviteit van de oorspronkelijke shows willen goedmaken, doet Gossip Girl het niet beter.

En het gaat verder dan de tv. Ook in de modewereld lijken inclusiviteit en diversiteit zich te beperken tot een verhaal van quota, hoewel er vandaag wel meer kansen zijn voor modellen die niet voldoen aan de schoonheidsnormen die de sector tot nog toe oplegde. Vandaag lijkt diversiteit te betekenen dat er op de catwalk of in reclamecampagnes hoofdzakelijk witte, slanke, jonge ... modellen worden getoond, vergezeld van een handvol modellen uit minderheidsgroepen. Een voorbeeld: op de catwalks van Versace, Fendi en Michael Kors zijn de zogenaamde plus-size modellen – vanaf maat 42 – met drie of vier, op meer dan vijftig modellen. Erger nog, de kleding die op de catwalk te zien is, wordt vaak maar in heel weinig “grote maten” aangeboden zodra de collectie verkrijgbaar is. Dat was het geval bij de show lente/zomer 2021 van Versace. Het merk vloerde plus-size modellen Alva Claire (maat 44), Jill Kortleve (maat 40) en Precious Lee (maat 46) op en bood alleen kleding tot maat 46 aan. Is de mode meer bezig met wat mensen zullen zeggen dan met echte inclusiviteit en de representatie van vrouwen in al hun diversiteit? Daar lijkt het wel op.

Tokenisme

Voor Hanan Challouki, inclusiviteitsconsultant en oprichtster van het bureau Inclusified, dat bedrijven wil helpen inclusiever te zijn in hun marketing en in hun teams, is het zo klaar als een klontje. “Merken bedoelen het goed, maar ze hebben geen idee hoe ze aan diversiteit en inclusie moeten beginnen. Daardoor gaan ze heel oppervlakkig te werk en maken ze veel fouten. Vaak ontbreekt het aan onderzoek of een authentieke aanpak. Je merkt dat het gewoon om tokenisme gaat (symbolische daden stellen om minderheidsgroepen tegemoet te komen en zo beschuldigingen van discriminatie te vermijden, nvdr). Van buitenaf lijkt het op diversiteit, maar in de realiteit is het werk niet gedaan. En dat zien we bij veel modemerken.” Laurissa Willems, een 25-jarig Belgisch plus-size model van Afrikaanse afkomst, werkte al samen met merken als Reebok, Boohoo, Nike en Zalando. Modeshows worden vaak ten onrechte als inclusief beschouwd, vindt ze. “Sommige merken maken wel gebruik van plus-size modellen, maar die moeten dan wel het juiste figuur hebben. Niet te veel vet, een mooie buste en goed gevormde heupen, maar geen buikje. Of toch maar een kleintje. Tot daar aan toe. Op een modeshow is het bovendien nog vrij makkelijk om te werken met wat meer curvy vrouwen, met personen met een handicap, zwarte modellen. Waar je naar moet kijken, zijn de campagnes. Als merken nog altijd witte meisjes met steil haar opvoeren in campagnes, dan weet je genoeg. Ze beseffen dat ze tijdens de modeweek een goede pers krijgen als ze diverse modellen op de catwalk laten lopen. Over de campagnes wordt veel minder gepraat omdat het er zo veel zijn. Maar als model weet ik dat dat het belangrijkste is.”

Laurissa Willems © Rio-Romaine.jpeg
Laurissa Willems © Rio-Romaine

Inclusiviteit en marketing, een onmogelijke combinatie?

Om het voorbeeld van de plus-size modellen te nemen: hoewel de speciale plus-size modesector in de VS naar schatting 21 miljard dollar waard is, zijn de meeste luxemerken niet happig om maten groter dan 44 aan te bieden. Dat blijkt uit een artikel dat in oktober 2020 door L'Officiel USA werd gepubliceerd. Hanan Challouki: “Het probleem is dat merken alleen de zakelijke waarde van diversiteit zien. Ze weten dat het meer diverse klanten zal opleveren, meer inkomsten en betere cijfers, maar ze steken er geen werk in. En de minderheidsgemeenschappen zijn ook niet gek: ze merken dat onmiddellijk. Je kunt diversiteit niet gebruiken als marketing als het geen onderdeel uitmaakt van de algemene bedrijfsstrategie.”

 

Voor Kenia Raphaël, een model van Afrikaanse afkomst met maat 38 die al vier jaar werkt als mannequin, is diversiteit in de modewereld van vandaag niets meer dan een marketingtruc. “Als je een telefoontje krijgt, weet je dat het is om een quotum te halen. Drie jaar geleden had ik nauwelijks werk. De agencies waren niet geïnteresseerd in mijn profiel. Momenteel heb ik niet echt een connectie met mode omdat alles er marketing is. De gemaakte keuzes, de beelden, de ontwerpen... weinig dingenzijn heel authentiek en respectvol tegenover de medewerkers en het milieu.” Eenzelfde geluid bij Hugo Azagra, al tien jaar agent bij IMM Brussels, een agency dat de carrières van onder meer Leila Nda en Symilone Van Damme managet. “Ik zou niet zozeer over quota spreken, maar over trends. Vóór Black Lives Matter hadden sommige klanten koudwatervrees om zwarte modellen te boeken. Nu is het een van de grote trends, met als doel een betere representatie en inclusiviteit, maar er spelen ook economische redenen. Enkele jaren waren Aziatische modellen heel trendy, en ook vandaag nog zet die hype zich door. Azië is een enorme luxemarkt.” Hoe zit het dan met de plus-size modellen? Niet zo anders, zo blijkt. “Plus-size neemt een groot deel van de markt in, dus we leggen er ook de nadruk op”, legt Hugo Azagra uit. Hij wijst op de hypocrisie van bepaalde merken die nu als ‘inclusief’ worden beschouwd. “Als hun aanpak oprecht is, waarom zijn ze er dan niet eerder mee begonnen? Nu doen ze het omdat ze erbij willen horen. Omdat mensen zeggen dat het anders niet normaal is. We kijken naar wat we willen kijken ...”

 

“Marketing betekent niet dat minderheids- en ondervertegenwoordigde groepen er niet van kunnen profiteren”, nuanceert Hanan Challouki. “De twee zijn niet onverenigbaar, maar het hangt ervan af hoe inclusief het proces is.” Kenia Raphaël is het daar mee eens. “Zolang de mensen die een foto van je nemen, je kleden en je opmaken je respecteren en mooi vinden, kan het me niet schelen of ik ben aangenomen om een quotum te halen of niet. Vroeger werd het niet gedaan, vandaag is het een vereiste.”

 

Rihanna geeft op dat gebied het goede voorbeeld. Door niet alleen vrouwen, maar ook mannen in al hun diversiteit te vertegenwoordigen, betekende haar lingerieshow Savage x Fenty de doodsteek voor Victoria’s Secret. Tot nog toe is de zangeres uit Barbados de enige die erin geslaagd is letterlijk miljardair te worden door – eindelijk – ook de outcasts erbij te betrekken. “Winst maken door op niet-authentieke manier in te spelen op diversiteit en inclusie is nog iets anders dan geld verdienen omdat je de markt revolutionair hebt veranderd en iets hebt gecreëerd waarvoor anderen te lui waren”, zegt Hanan Challouki. “Rihanna verdient er geld aan, maar ze verdient dat omdat ze een aanbod heeft gecreëerd voor alle vrouwen. Ze werkt met een heel divers team. Het is dus niet zo dat ze een blanke vrouw is die munt slaat uit minderheden, ze maakt zelf deel uit van die gemeenschappen. Ze gebruikt ze niet alleen voor haar eigen financieel gewin, ze gebruikt ze om een beweging te creëren.” Daar kan ook Kenia Raphael zich in vinden. “Bij Rihanna zie je ronde gezichten, vetrolletjes, cellulitis ... Ze heeft haar lichaam nooit weggestopt, ze heeft zelf duizend stadia doorlopen. Ze is authentiek door het beeld dat ze uitstraalt en de manier waarop ze mensen in het algemeen belicht. Ze is een gekleurde vrouw uit Barbados, een land dat niet veel geld heeft en leeft van eenvoudige, elementaire dingen. In wat ze vertegenwoordigt, kun je zien dat ze iemand is die iedereen integreert.”

 

“Rihanna heeft de modewereld door elkaar geschud door te werken met modellen die vitiligo of een onregelmatige huid hebben, zwarten, blanken, curvy vrouwen en ga zo maar door. Ze liet zien dat je ook met dit soort modellen iets moois en modieus kunt doen. Op dat moment werden de merken wakker”, concludeert Laurissa Willems.

Savage x Fenty Vol.3.png
Savage x Fenty © Getty Images

Seriële vernederingen

In november 2020 kondigde het Somalisch-Amerikaanse model Halima Aden, in de modewereld bekend als een van de weinigen die een sluier draagt, het einde van haar carrière aan. De reden? De druk vanuit de modesector, waardoor ze uiteindelijk haar waarden moest opgeven. Sommige merken hadden haar gevraagd haar hijab te vervangen door een ander kledingstuk, haar geloof doodleuk met de voeten tredend. Op een van haar campagnes moest ze bijvoorbeeld een spijkerbroek over haar haar dragen als een hijab. Onzinnig en getuigend van een gebrek aan respect dat maar al te vaak als normaal wordt beschouwd. Halima Adens afscheid van het modellenwereldje spreekt boekdelen over merken die beweren inclusief te zijn, vindt Hanan Challouki. “Een van de grote problemen in de modewereld: merken huren soms een zwart model in met een prachtige afrocoupe bijvoorbeeld, en gaan dan haar haar dan ontkrullen in plaats van het natuurlijk te laten. Het gaat niet op om inclusief te lijken en tegelijk je eigen schoonheidsvisie en normen op te leggen. Halima Aden kon zichzelf niet zijn. Ze werd geboekt door merken, grote namen in de mode, wat geweldig is voor een vrouw die een sluier draagt. Maar tegelijk vroegen ze haar om haar hijab te vervangen door een tulband of ongepaste kleding te dragen, of ze gebruikten stylingaccessoires die niet bij haar waarden pasten ... Het was heel moedig van haar om die beslissing te nemen en op die manier voor haar identiteit op te komen.”

 

Wanneer merken meesurfen op de golf van inclusiviteit zonder authentiek te zijn, resulteert dat in een gebrek aan respect dat op velerlei manieren tot uiting komt: in de samenstelling van de teams (over het algemeen eenvormig wit), in het gebrek aan diverse maten voor de modellen (wanneer de merken met plus-size modellen paraderen), maar ook in de ontmenselijking van de modellen tijdens de shows of shoots. De symboliek van sommige merken – en van de modewereld in het algemeen – komt vooral tot uiting in de manier waarop gekeken wordt naar het figuur van de modellen. Momenteel werken merken ofwel met gewone modellen, die maximaal maat 36 hebben, of met plus-size modellen, van 42 tot 44, maar er is geen tussenweg. “Toen ik begon, was ik slanker en had ik veel minder werk. Ik was niet curvy genoeg voor de merken. Ik begon onbedoeld te verdikken en van dan af begon ik vreemd genoeg meer werk te krijgen. Ik was wat ze noemen een tussenmaat”, zegt Laurissa Willems. Dat merken zich inclusief willen noemen door vollere vrouwen op te voeren, maar tegelijk de maten 38-42 niet vertegenwoordigen, bewijst hun onoprechtheid. Wanneer de zogenaamde klassieke modellen (maat 32-36) en de plus-size modellen (vanaf maat 42-44) op de catwalk lopen, is er voor de rest geen plaats meer. “Als je maat 38 hebt, ben je gewoon geen model”, zegt Laurissa Willems.

 

Hebben plus-size modellen het geluk vertegenwoordigd te zijn op de catwalk of in campagnes, dan heeft hun werk vaak niets te maken met de zogenaamde klassieke modellen. “Als ik geboekt word door een merk, ben ik altijd heel blij omdat ik mag werken. Maar wat ik merk, is dat op de shoot de standaardmodellen echt meer kledingkeuzes hebben dan de vollere mannequins. Ik ben dankbaar dat ik als voltijds model werk, maar meestal weet ik dat ik de hele dag niets te doen zal hebben. Omdat ik veel minder outfits en visibiliteit zal hebben dan de andere meisjes. Het is duidelijk dat ze hun quota van dikkerds willen halen. Bij videocampagnes zijn we maar een halve seconde te zien, altijd op de achtergrond”, zegt Laurissa Willems.

 

Een ander opvallend feit: de regels rond het vrouwelijk lichaam. Standaardmodellen hebben altijd onder grote druk gestaan door de sector over hoe hun lichaam eruit moet zien. Hetzelfde geldt voor plus-size modellen, die er voortdurend aan worden herinnerd dat hun lichaam “niet comme il faut" is. “Bij mij gaat het altijd maar weer over mijn borsten. Die zijn niet groot genoeg om als hét curvy model te worden beschouwd. Een van mijn vroegere agentschappen heeft eens laten doorschemeren dat het cool zou zijn als ik mijn borsten zou laten vergroten. Ik besef dat ik veel meer werk zou hebben als ik het wel zou doen, maar zo zit ik niet in elkaar”, zegt Laurissa. En de regels voor het perfecte lichaam houden daar niet op. “Er zijn ook merken die paddings gebruiken, dat zijn schuimpjes die dienen als valse heupen of valse borsten. Merken vinden je rondingen mooi, maar ze willen dat je een mooi dun gezicht hebt. En als je niet genoeg kont of heup hebt, zijn de kleren meestal te groot. Ik heb het al meegemaakt, en als ik dan later naar die foto’s kijk, voel ik me er niet echt goed bij omdat ik weet dat ik het niet ben.” Een ervaring die ook Kenia Raphaël deelt: “Je hebt het recht curvy te zijn, zolang je gezicht maar dun is. Het is al gebeurd dat ze mijn gezicht mooi vonden, maar ze hadden niet naar mijn maten gekeken. Ze vonden dat ik maat 6 moest hebben. Ik ben ook al naar verschillende shoots geweest waar ze mijn maat niet hadden. Ik moest dan de hele dag kleren dragen die niet passen. Heel vernederend. Of je nu in de categorie plus-size valt of in de categorie standaardmodel, uiteindelijk zijn de criteria dezelfde: je moet een symmetrisch, lang, dun gezicht hebben.” Terwijl bij standaardmodellen te grote kleren met spelden op hun rug worden ingesnoerd om de rondingen van hun lichaam beter te doen uitkomen, worden de kleren van plus-size modellen opgevuld. Het doel? Altijd hetzelfde: mensen laten geloven dat plus-size in hun campagne is opgenomen.

 

Echte inclusie betekent ook dat je weet hoe je met kroeshaar moet werken. Sinds de protesten rond de Black Lives Matter-beweging zijn zwarte modellen eindelijk aanwezig in campagnes en op de catwalk. Betekent dit dat ze op dezelfde manier worden behandeld als blanke modellen, die de industrie altijd hebben gedomineerd? Absoluut niet. “Als ik naar mijn werk ga, is het eerste waar ik naar kijk of er een krultang op tafel staat. Als die er is, weet ik dat het voor mij is. Ik waarschuw dan altijd dat ik geen hittekrultang gebruik. Soms irriteert dat de haarstylisten, maar ik leg uit dat ik alleen maar water en crème op hoef te doen. Ik neem het ze niet kwalijk omdat ze het nooit geleerd hebben, maar vandaag zijn er zoveel verschillende manieren om ons haar te stylen, het is gewoon een extra inspanning en het kost niet veel om de juiste producten voor krullend haar te vinden, net zoals bij steil haar”, zegt Laurissa Willems.

 

“Telkens als ik een shoot heb, hoop ik dat mijn maat er zal zijn, en dat er iemand zal zijn die weet hoe mijn haar moet worden gestyled. Als er geen van beide is, is het de hel, zelfs al lijkt het een gemakkelijke job. De waarheid is dat het heel vermoeiend is, en onder slechte omstandigheden is het erger dan wat dan ook. Als je naar huis gaat, kun je maar beter eerst je zelfvertrouwen weer wat opkrikken”, zegt Kenia Raphaël.

Kenia Raphaël pour Bellerose © Victoria Nossent pour Bellerose.jpeg
Kenia Raphaël pour Bellerose © Victoria Nossent

De influencers

Ook influencers, de merkambassadeurs 2.0 op social media, zijn niet immuun voor schone schijn. Naar aanleiding van Valentijnsdag afgelopen februari deelde de Franse interieurontwerper en influencer Romain Costa – met 123k volgers – zijn ergernis op Instagram. “De pareltjes die ik maandagochtend weer in mijn mailbox vond, om me eraan te herinneren dat ik gay ben ... De dag dat het niet meer nodig is om te specificeren dat een merk inclusief is en zich tot iedereen richt, hebben we een grote stap gezet!” Romain Costa verwijst hier naar een verzoek tot samenwerking van een merk, dat specificeerde dat het “inclusief was, voor alle geslachten, alle rassen, alle voorkeuren en alle sociale groepen”. Hoewel dat een onschuldig statement lijkt, is het dat niet. “Het probleem is niet dat ze mij gebruiken om het diversiteitsvakje aan te vinken”, vindt Romain Costa. “Ik ben niet dom, ik weet hoe marketing werkt. Het probleem is dat ze geloven dat het positief is om mij te vertellen dat het merk in. clusief is en er een groot punt van te maken. Als een merk contact met me opneemt, weet ik dat ze oké zijn met mijn homoseksualiteit. Ze hoeven dus niet extra laten zien hoe open ze wel zijn.”

 

En dat is waar het allemaal om draait: de manier waarop merken proberen het volledige scala van hun diversiteit te laten zien, maar tegelijk minderheidsgroepen er voortdurend aan herinneren dat zij geen deel uitmaken van de mainstream. Loudmilla, een Belgische ontwerpster en Instagram-contentcreator van Afrikaanse afkomst, kreeg na Black Lives Matter massa’s e-mails met de vraag om samen te werken. “Ik had het gevoel dat de merken de boodschap hadden begrepen. Tegelijk wist ik dat veel van die merken contact met me opnamen om er zelf goed uit te komen. Simpelweg omdat ik op geen enkel moment in hun presentatie zag dat Afrikaanse ontwerpen interessant zouden kunnen zijn voor hun merk. Ik vroeg me af of ze contact met me zochten omdat ik zwart ben of omdat ze mijn stijl leuk vonden. Ze hadden mijn posts nooit een like gegeven en kenden mijn visuele werk op Instagram niet. Dat vond ik een beetje vreemd. Soms waren het merken die niets te maken hadden met mijn esthetiek en waarden. Op dat moment realiseerde ik me dat ik alleen maar werd aangesproken omdat ik zwart ben en om visueel te reageren op de urgentie van de quota en de vraag van het moment. Niet om inhoudelijk werk te doen of omdat ze mijn werk leuk vonden.”

 

Black Lives Matter? “Daar is het allemaal begonnen”, zegt model Laurissa Willems. “Toen de beweging groeide, zag je heel wat agentschappen het percentage niet-blanke medewerkers publiceren om te bewijzen dat ze niet racistisch waren. Toen begonnen we met veel meer zwarte mensen te werken, vooral in de sector van de luxemode. Ik denk dan aan Jacquemus, en het feit dat ze veel zwarte mensen hun shows laten lopen, maar hun teams zijn voornamelijk wit.” Een trend die wordt bevestigd door Hugo Azagra. “Na Black Lives Matter belden veel agentschappen mij voor zwarte modellen omdat ze er niet genoeg hadden. Grappig, want ik had een jaar tevoren exact dezelfde modellen aangeboden en toen zeiden ze nee.”

 

Loudmilla herinnert zich twee bijzonder aangrijpende ervaringen toen Belgische merken haar contacteerden om van haar een “token” te maken: een persoon die deel uitmaakt van een minderheid en die gebruikt wordt om die minderheid te vertegenwoordigen. “Een bekende Brusselse conceptstore vroeg me te poseren voor foto's. Ik vond dat het niet klopte. Esthetisch gezien passen onze werelden niet bij elkaar. Als mijn werk hun had bevallen, had ik met plezier visuals voor de conceptstore gemaakt in mijn stijl. Dat zou ik juister hebben gevonden, omdat ik dan iets extra’s zou hebben toegevoegd, en niet alleen mijn huidskleur. Ik heb het verzoek ook geweigerd omdat de shoot niet betaald was, ik zou alleen kleren krijgen. Bij de conceptstore wisten ze dat ik een ervaren model was, dus een shoot doen om een cadeautje van die winkel te krijgen interesseerde me niet. Met hen samenwerken zou niets opleveren voor mijn werk of mijn community. Het enige wat ze wilden, was een zwarte vrouw die een kleine community had op sociale media in België om hun imago op te blinken.” De influencer blikt ook terug op haar ervaring met een Belgisch breigoedmerk. Ze ontrafelt daarbij heel concreet de perverse manier waarop blanken aan tokenisme doen. “Ik kwam bij het merk terecht via een wederzijdse vriend, die mijn werk als visual creative op Instagram had aanbevolen, om te fungeren als consultant voor het merk dus. Maar toen de manager contact met me opnam, werd ik alleen als model gebruikt. Ik werd niet betaald, ik kreeg geen kleren als betaling, hoewel we het erover hadden gehad. In het begin was de afspraak dat ik het merk zou helpen met hun shoots. Ik werd niet verondersteld model te staan, ik werd verondersteld voor hen te werken. Dus ik had echt het gevoel dat ze een zwart meisje wilden voor hun campagne, en dat was het dan.”

Loudmilla pour Chanel Beauty © Julia Dubois Rosca.jpeg
Loudmilla pour Chanel Beauty © Julia Dubois Rosca

Hoop aan de horizon

Is dan alle hoop vervlogen dat de mode zal veranderen en eindelijk alle lichaamtypes in hun diversiteit zal representeren? Gelukkig niet. “Ik vond het geweldig om met H&M te werken”, zegt Laurissa Willems. “Ik moest bijna huilen, niet alleen om de juiste maten, maar ook om mijn haar. Sinds ik met modellenwerk ben begonnen, sta ik altijd twee uur voor mijn afspraak op, zodat ik mijn haar kan doen en het niet beschadigd raakt. Toen ik bij H&M aankwam, zeiden ze me dat ik zo niet mocht aankomen, omdat ze hun hele team hebben getraind om met kroeshaar en krullend haar te werken. Dus kwam ik de volgende dag terug met mijn ochtendknotje. Voor het eerst in ik weet niet hoeveel jaar modellenwerk, kon ik opstaan op hetzelfde moment als de andere modellen en kon ik de tijd nemen om te ontbijten. Ik voelde dat er voor me gezorgd werd. Als een kledingstuk niet paste, zochten we gewoon verder.”

 

Een voorbeeld van een merk dat echt inclusief werkt, is Zalando, vindt Hanan Challouki. “Ze vragen zich echt af hoe ze e-commerce inclusiever kunnen maken. Niet alleen in de kleren zelf, maar ook in de storytelling, de campagnes ... Achter de schermen is de aanpak authentiek, en net dat is belangrijk.” Dat er nog altijd fouten worden gemaakt, is volgens de inclusiviteitsconsultant niet per se een slechte zaak. “L'Oréal doet heel inclusieve marketingcampagnes, maar ze hebben in het verleden fouten gemaakt. In de hoogdagen van Black Lives Matter plaatsten ze een zwart vierkant op hun Instagram, maar drie jaar eerder verbraken ze wel hun contract met Munroe Bergdorf, een zwart transgendermodel, omdat ze te geëngageerd was op haar social media.” Sindsdien heeft L'Oreal aangekondigd dat het zijn manier van werken wil veranderen, en lijkt het de goede kant op te gaan. “Je mag fouten maken. Dat kan gebeuren, zelfs als je goed voorbereid bent. Maar je mag dezelfde fouten niet altijd opnieuw maken en je moet jezelf corrigeren. Verontschuldig je, leg een duidelijke verklaring af, doe niet alsof er niets gebeurd is. Je moet kijken hoe je het beter kunt doen.”

 

Influencer Loudmilla werkt dan weer graag samen met het Belgische merk La Collection. “Sinds het begin van onze samenwerking heb ik het gevoel dat het engagement echt is, dat ze echt meer diversiteit willen in hun merk, in hun campagne, in hun collab met influencers. Voor hun modeshow nodigden ze me bijvoorbeeld uit naar Antwerpen, met betaald hotel en chauffeur.” Chanel Beauty Belgium is ook een van Loudmilla's favoriete partnerships, om een eenvoudige reden. “Ik heb het gevoel dat ze samenwerken met mij, niet alleen omdat ik zwart ben, maar omdat ze mijn stijl en mijn werk leuk vinden. Ik wil dat merken mij daarvoor opbellen. Dat we een echte collaboratieve uitwisseling hebben. Dat is waar het bij een influencer allemaal om draait. Niet alleen maar producten rondgooien, maar een echte uitwisseling met het merk en de geest van het merk.”

 

Wat weerhoudt sommigen er nog van om de stap van quota naar echte integratie te zetten? “Angst”, denkt Hanan Challouki. “Dat is het grootste obstakel voor merken die aan inclusie willen werken. Angst om dingen verkeerd te doen, om een publiek te verliezen en de moed niet te hebben om te creëren wat nodig is.” Een tip voor hen? “Actie ondernemen voor het te laat is en je merk niet meer relevant is. Hoe langer je wacht, hoe meer mensen naar concurrenten zullen gaan die wel in beweging zijn en niet zullen wachten. Doe iets in plaats van het bij analyses te houden.”

Savage x Fenty Vol.3(2).png
Savage x Fenty © Getty Images

Recommended posts for you