Gentse juweelontwerpster Celine Roelens is bezig aan een internationale sprong
Als kind was ze regelmatig te vinden in het atelier van haar ouders. Vandaag runt ze een succesvolle high-end zaak in Gent en valt ook de internationale markt in zwijm voor haar vurige en originele collecties. We spraken juweelontwerpster en edelsteenexperte Celine Roelens (41) over haar spraakmakende creaties, liefde voor kleur en ambitieuze (internationale) toekomstplannen.
Wandel je langs de Sint-Baafskathedraal richting de bruisende winkelstraten in het centrum van Gent, dan is de designstudio van Celine Roelens bijna niet te missen. Het statige pand op de hoek van de Lange Kruisstraat herbergt een verzameling kleine maar unieke kunstwerkjes die een eigen verhaal vertellen en een lust zijn voor het verfijnde oog. Zeldzame saffieren uit het tropische Madagascar, of liever een muntkleurige Afghaanse toermalijn – de Oost-Vlaamse laat geen middel onbeproefd in haar speurtocht naar de meest exclusieve edelstenen die de aardbol te bieden heeft. De gemene deler in al dat moois? Kleur. “Mijn sieraden staan volledig in het teken van zeldzame kleurstenen. Want als je forse bedragen uitgeeft, wil je enkel iets unieks.”
L’Officiel: Hoe ben je terechtgekomen in de juwelensector?
Celine Roelens: “Eigenlijk werd ik erin geboren, want mijn ouders hadden een eigen zaak met twee goudsmeden in dienst. Voor die tijd trouwens best een groot atelier, en ook echt het totaalplaatje: ze creëerden eigen sieradenlijnen, maar verkochten net zo goed horloges en juwelen van andere merken. Zelf woonden we op de bovenverdieping van het gebouw, dus niets weerhield me ervan rond te snuffelen in het atelier en met zijn toestellen aan de slag te gaan. Ik was als klein meisje al een creatieve duizendpoot en knutselde mijn eerste stuks in elkaar rond mijn tiende.”
Uiteindelijk heb je van je passie je beroep gemaakt. Hoe is het om vandaag actief te zijn als juweelontwerpster?
“De tijden zijn enorm veranderd. Vroeger was er enkel ‘het gouden juweel’, en het goud was ook nog eens spotgoedkoop. Toen ik na mijn studies aan het werk ging, hing aan één kilo een prijskaartje van ongeveer € 8000. Intussen tikt de teller duchtig aan en moet je al zo’n € 54 000 neertellen. Tegenwoordig zijn er dus heel wat minder mensen die zich dat soort sieraden kunnen veroorloven, en daaraan moet je je als ontwerper kunnen aanpassen. Soms betalen klanten met hun oud goud, dus bijna alles wordt gerecycled. Maar het belangrijkste is dat een juweel voor dat geld moet aanvoelen als een investering. En net om die reden ben ik me meer gaan specialiseren in zeldzame stenen die stijgen in waarde.”
Geen traditionele edelstenen, dus.
“Niet zozeer. Onze maatschappij is zeer vertrouwd met de diamant, maar naar mijn mening is dat net een erg saai product. Vooral de witte versie, omdat die helemaal niet zo schaars is als wordt beweerd. Mijn werk spitst zich toe op kleurstenen, een vrij onbekend iets in België. De kennis errond is dan ook beperkt, waardoor mensen weleens het idee hebben dat ze minderwaardig zijn - terwijl dat allerminst terecht is. Heel wat juweliers en juweelontwerpers leggen de focus op diamanten omdat ze courant zijn en makkelijker in een montuur kunnen worden vastgezet.”
“Wanneer vooraanstaande juwelenmerken toch met kleurstenen werken, dan doen ze dat met soorten die relatief bekend zijn bij het brede publiek. Denk daarbij aan amethist, citrine of roze kwarts. Ze weten dat die stenen minder duur en eenvoudig leverbaar zijn. De exemplaren die ik gebruik, zijn niet zomaar voorhanden. Om een voorbeeld te geven: vraag je me om op zoek te gaan naar 10 eye-clean (een edelsteen die geen zichtbare imperfecties vertoont, nvdr) Colombiaanse smaragden van 10 karaat in een bepaalde slijp, dan neemt die zoektocht moeiteloos een 8 à 9-tal maanden in beslag. Vanwege de gelimiteerde stock zullen de Cartiers en Pomellato’s van de wereld ze dus enkel gebruiken in hun one of a kind-collecties.”
Het heeft wat voeten in de aarde, maar het resultaat mag er zijn.
“Klopt. Ik heb bewust voor die piste gekozen, omdat ik weet dat ik me daarmee kan onderscheiden. En klanten merken de bijzonderheid van de stuks ook op, zélfs degenen die niet thuis zijn in het wereldje. Dan hoor je weleens: ‘Wauw, ik wist helemaal niet dat zo’n mooie kleuren bestonden. Die heb ik nog nooit gezien!” En uit dat soort opmerkingen haal ik ontzettend veel voldoening.”
Je brengt iets uitzonderlijks, maar evenzeer iets onbekends. Zorgt dat voor meer concurrentie?
“Ik ervaar wel dat de bewustwording rond kleurstenen nog kan groeien, zowel bij klanten als verdelers. Daarom zet ik ook sterk in op bijscholingen, webinars, enzovoort. Sommige mensen duiden ze bijvoorbeeld nog steeds aan met de term ‘halfedelstenen’, een eerder pejoratief woord dat an sich meer te maken heeft met hun hardheid. Maar iemand die de waarde van de stenen eenmaal onderkent, raakt er al gauw aan verknocht. Alsmaar meer vrouwen stappen mijn juwelenstudio binnen om voor zichzelf een sieraad te bemachtigen, onder meer als kers op de taart nadat ze op het werk een goede deal hebben gesloten. Tegelijkertijd zie je dat zelfs mannen vaker afstappen van die klassieke diamant en een robijn of smaragd kopen voor hun partner.”
Ook op het internationale toneel lijkt je expertise in de smaak te vallen.
“Zeker. In Amerika zijn mijn creaties al een tijdje te vinden in een aantal voorname conceptstores, die ook prachtige kunst en interieurartikelen aanbieden. Zij hebben me destijds gecontacteerd via Instagram, waarna de zaakvoerster naar België is afgezakt om kennis te maken en samen een blik te werpen op de collecties. Dat was meteen ook mijn eerste stap op het wereldpodium. Van 9 tot 13 september was ik overigens ook te vinden op de Italiaanse VICENZAORO, zowat de grootste Europese beurs voor goudsmeden en juweliers. In het verleden heb ik stage gelopen in Valenza, en het was mijn oude bazin die me dat duwtje in de rug gaf. En daar ben ik blij om, want ik heb er fijne contacten gelegd en een aantal belangrijke klanten kunnen strikken.”
Mogen we besluiten dat er evenveel kleur zit in de toekomst als in je collecties?
“Ja, er breken spannende tijden aan. In oktober trek ik nog met mijn Goldbeetle-collectie naar Dubai. Daar zijn ze dolenthousiast over de lijn, want in de Arabische cultuur staat de scarabee symbool voor geluk. Daarnaast staan er het aankomende jaar nog heel wat Europese beurzen op de planning. Hoe dan ook bestaat het doel erin zoveel mogelijk verdeelpunten en partners te vinden waarop ik echt kan bouwen.”
Nog een laatste vraag - het aanbod op je website is erg veelzijdig. Welk juweel geniet je persoonlijke voorkeur?
“Mijn partner heeft me vorig jaar verrast met een fantastische verlovingsring. Aangezien ik zelf in de sector zit, was dat geen eenvoudige opgave (lacht). Ik wilde bovendien heel graag een heart-shaped steen, omdat dat type uiterst zeldzaam en lastig te slijpen is. Uiteindelijk kostte het hem ruim 4 maanden om het perfecte exemplaar te vinden, dus dat vond ik ongelooflijk. Toen begreep ik pas echt de emoties van klanten die volledig in vervoering van hun nieuwe juweel het atelier uitlopen. Maar wat mijn eigen stuks betreft: de Stella-ketting uit mijn Goldbeetle-collectie is zonder twijfel favoriet, want in het medaillon zitten foto’s van mijn kinderen. Die heb ik dus altijd om!”
Een greep uit de collecties: